Now, how would you like to learn some easy and fun 38 phrases that you can use for people in Dutch? I would say, great! Show me! If I were you. Below are some simple Dutch phrases that are related to humans. And guess what? We have 38 amazing phrases to explore.
Phrases for People in Dutch
1. Ik hou van mijn moeder. (I love my mother.) 2. Mijn broer is erg slim. (My brother is very intelligent.) 3. Ze is mijn beste vriendin. (She is my best friend.) 4. Hij is een goede dokter. (He is a good doctor.) 5. Mijn vader is gepensioneerd. (My father is retired.) 6. Zij heeft mooie blauwe ogen. (She has beautiful blue eyes.) 7. Hij is de directeur van het bedrijf. (He is the CEO of the company.) 8. Mijn zusje is nog op de basisschool. (My little sister is still in primary school.) 9. Ik ben een student aan de universiteit. (I am a university student.) 10.Zij is zwanger van haar tweede kindje. (She is pregnant with her second child.) 11. Hij is een ervaren piloot. (He is an experienced pilot.) 12.Mijn tante woont in het buitenland. (My aunt lives abroad.) 13.Zij heeft een prachtige glimlach. (She has a beautiful smile.) 14.Hij is een professionele voetballer. (He is a professional soccer player.) 15.Mijn grootouders zijn erg liefdevol. (My grandparents are very loving.) 16.Zij heeft haar eigen bedrijf. (She has her own business.) 17.Hij is een succesvolle zakenman. (He is a successful businessman.) 18.Mijn neefje is dol op dieren. (My little nephew loves animals.) 19.Zij is een getalenteerde artiest. (She is a talented artist.) 20.Hij is een avontuurlijke reiziger. (He is an adventurous traveler.) 21.Mijn nichtje gaat graag naar school. (My little niece enjoys going to school.) 22.Zij heeft een drukke baan als advocaat. (She has a busy job as a lawyer.) 23.Hij is een vriendelijke buurman. (He is a friendly neighbor.) 24.Mijn beste vriend is grappig en slim. (My best friend is funny and intelligent.) 25.Zij is een lieve en zorgzame moeder. (She is a kind and caring mother.) 26.Hij is een betrouwbare leraar. (He is a trustworthy teacher.) 27.Mijn oma houdt van tuinieren. (My grandmother loves gardening.) 28.Zij is een begripvolle therapeut. (She is an understanding therapist.) 29.Hij is een geëngageerde activist. (He is a dedicated activist.) 30.Mijn opa is een verhalenverteller. (My grandfather is a storyteller.) 31.Zij is een geduldige verpleegster. (She is a patient nurse.) 32.Hij is een hardwerkende bouwvakker. (He is a hard working construction worker.) 33.Mijn nicht is een vrolijke student. (My cousin is a cheerful student.) 34.Zij is een avontuurlijke bergbeklimmer. (She is an adventurous mountain climber.) 35.Hij is een gepassioneerde chef-kok. (He is a passionate chef.) 36.Mijn oom is een sportieve fietser. (My uncle is a sporty cyclist.) 37.Zij is een gedreven schrijfster. (She is a driven writer.) 38.Hij is een humoristische cabaretier. (He is a humorous comedian.)
Phrases for People in English
Now, did you find the 38 phrases above? If you say that you find them to be challenging to understand, I would recommend reading some of my earlier posts with just single phrases. If they are easy for you, I have more challenging lessons coming up soon.
2000 Most Common Dutch Words in Context: - Get Fluent & Increase Your Dutch Vocabulary with 2000 Dutch Phrases (Dutch Language Lessons) Paperback, Audio & Kindle – May 7, 2020