Planning to travel in the Netherlands? Whether you’re taking a bike, tram, train, or taxi, knowing some basic Dutch phrases can make your journey much easier! 🚲🚆🚕 From asking for directions to buying tickets, these 100 useful Dutch transportation phrases will help you navigate like a local.
Learn how to rent a bike, check a train schedule, or ask for a taxi—all in simple Dutch! Perfect for tourists, expats, and travelers, this guide ensures smooth transportation in the Netherlands and Belgium. Ready to explore Dutch cities with confidence? Let’s dive into these must-know Dutch travel phrases!
Here’s a list of 100 common, easy, and simple Dutch phrases related to transportation, travel, and moving around in the Netherlands and Belgium that I often use.
Bicycle (Fiets)
1) Waar kan ik een fiets huren? – Where can I rent a bike?
2) Hoeveel kost het om een fiets te huren? – How much does it cost to rent a bike?
3) Waar is de dichtstbijzijnde fietsenstalling? – Where is the nearest bike parking?
4) Mag ik mijn fiets hier parkeren? – Can I park my bike here?
5) Mijn fiets is gestolen! – My bike has been stolen!
6) Heeft u een fietsslot? – Do you have a bike lock?
7) Waar is het fietspad? – Where is the bike path?
8) Ik heb een lekke band. – I have a flat tire.
9) Waar kan ik mijn fiets repareren? – Where can I repair my bike?
10) Ik zoek een elektrische fiets. – I am looking for an electric bike.
Taxi (Taxi)
11) Waar kan ik een taxi vinden? – Where can I find a taxi?
12) Kunt u een taxi voor me bellen? – Can you call a taxi for me?
13) Hoeveel kost een rit naar het centrum? – How much does a ride to the city center cost?
14) Kunt u me naar dit adres brengen? – Can you take me to this address?
15) Hoe lang duurt de rit? – How long is the ride?
16) Kan ik met pin betalen? – Can I pay by card?
17) Kunt u iets langzamer rijden? – Can you drive a bit slower?
18) Ik heb haast, kunt u sneller rijden? – I’m in a hurry, can you drive faster?
19) Waar is de taxistandplaats? – Where is the taxi stand?
20) Bedankt voor de rit! – Thanks for the ride!
Train (Trein)
21) Waar koop ik een treinkaartje? – Where do I buy a train ticket?
22) Hoeveel kost een kaartje naar Amsterdam? – How much is a ticket to Amsterdam?
23) Is deze trein direct? – Is this train direct?
24) Moet ik overstappen? – Do I have to change trains?
25) Waar vertrekt de trein naar Rotterdam? – Where does the train to Rotterdam depart from?
26) Hoe laat vertrekt de volgende trein? – What time does the next train leave?
27) Hoe laat komt de trein aan? – What time does the train arrive?
28) Heeft de trein vertraging? – Is the train delayed?
29) Waar is perron 5? – Where is platform 5?
30) Mag ik hier zitten? – May I sit here?
Metro & Tram (Metro en Tram)
31) Waar is de dichtstbijzijnde metrohalte? – Where is the nearest metro stop?
32) Welke tram gaat naar het station? – Which tram goes to the station?
33) Hoeveel kost een tramkaartje? – How much is a tram ticket?
34) Waar kan ik een OV-chipkaart kopen? – Where can I buy an OV-chipkaart?
35) Kan ik hier inchecken? – Can I check in here?
36) Hoe check ik uit? – How do I check out?
37) Waar moet ik overstappen? – Where do I need to transfer?
38) Rijdt deze tram naar het museum? – Does this tram go to the museum?
39) Hoe lang duurt de rit? – How long is the ride?
40) Is deze tram snel? – Is this tram fast?
Motorcycle (Motor)
41) Mag ik hier parkeren met mijn motor? – Can I park my motorcycle here?
42) Waar is het tankstation? – Where is the gas station?
43) Waar is de dichtstbijzijnde motorwinkel? – Where is the nearest motorcycle shop?
44) Heeft u motorolie? – Do you have motorcycle oil?
45) Mijn motor start niet. – My motorcycle won’t start.
46) Waar kan ik een motor huren? – Where can I rent a motorcycle?
47) Mag ik hier rijden met een motor? – Am I allowed to ride a motorcycle here?
48) Waar kan ik mijn helm kopen? – Where can I buy a helmet?
49) Heeft u een motorverzekering? – Do you have motorcycle insurance?
50) Waar kan ik een rijbewijs halen? – Where can I get a driver’s license?
Moving Around & General Travel Phrases
51) Waar is de uitgang? – Where is the exit?
52) Hoe kom ik naar het centrum? – How do I get to the city center?
53) Is het ver lopen? – Is it far to walk?
54) Welke bus moet ik nemen? – Which bus should I take?
55) Hoe laat is het? – What time is it?
56) Hoe kom ik naar de luchthaven? – How do I get to the airport?
57) Waar is de toeristeninformatie? – Where is the tourist information?
58) Heeft u een plattegrond? – Do you have a map?
59) Ik ben verdwaald! – I am lost!
60) Kunt u me helpen? – Can you help me?
61) Welke kant moet ik op? – Which direction should I go?
62) Is er een hotel in de buurt? – Is there a hotel nearby?
63) Mag ik uw telefoon gebruiken? – May I use your phone?
64) Waar kan ik iets eten? – Where can I get something to eat?
65) Wat is de snelste route? – What is the fastest route?
66) Hoe lang duurt het om daar te komen? – How long does it take to get there?
67) Hoe kom ik bij het strand? – How do I get to the beach?
68) Waar is de supermarkt? – Where is the supermarket?
69) Is dit de goede kant? – Is this the right way?
70) Moet ik oversteken? – Do I have to cross the street?
Time & Schedule (Dienstregeling)
71) Hoe laat vertrekt de laatste bus? – What time does the last bus leave?
72) Wanneer is de volgende tram? – When is the next tram?
73) Hoe vaak rijdt de metro? – How often does the metro run?
74) Is er een nachttrein? – Is there a night train?
75) Wat is het dienstrooster van vandaag? – What is today’s schedule?
76) Is er een weekenddienstregeling? – Is there a weekend schedule?
77) Hoe laat is het nu? – What time is it now?
78) Welke dag is het vandaag? – What day is it today?
79) Hoe lang duurt het tot de volgende halte? – How long until the next stop?
80) Wanneer is de spits? – When is rush hour?
Other Phrases for Transportation
81) Ik heb een ticket nodig. – I need a ticket.
82) Is dit zitplaats vrij? – Is this seat free?
83) Mag ik bij het raam zitten? – May I sit by the window?
84) Ik zoek een parkeerplaats. – I’m looking for a parking spot.
85) Waar is de bagagekluis? – Where is the luggage locker?
86) Mag ik uw routebeschrijving? – Can I have your directions?
87) Hoeveel minuten duurt het? – How many minutes does it take?
88) Heeft u een korting? – Do you have a discount?
89) Dank u wel voor uw hulp! – Thank you for your help!
90) Ik snap het niet. – I don’t understand.
More Travel & Transportation Phrases
91) Waar is de bushalte? – Where is the bus stop?
92) Welke bus gaat naar het museum? – Which bus goes to the museum?
93) Kan ik hier een kaartje kopen? – Can I buy a ticket here?
94) Hoe laat stopt de metro met rijden? – What time does the metro stop running?
95) Wat is het volgende station? – What is the next station?
96) Waar kan ik overstappen? – Where can I transfer?
97) Kunt u het herhalen? – Can you repeat that?
98) Wat is de snelste manier om daar te komen? – What is the fastest way to get there?
99) Waar kan ik een taxi bellen? – Where can I call a taxi?
100) Kan ik hier een fiets parkeren? – Can I park a bike here?
Conclusion and Reminder
Mastering these 100 Dutch transportation phrases will make your travels in the Netherlands much easier! 🚆🚲 Whether you’re renting a bike, taking a tram, or asking for directions, these simple Dutch phrases help you navigate with confidence. From buying train tickets to calling a taxi, knowing basic Dutch can enhance your travel experience. Save this list, practice the phrases, and explore Dutch cities like a local! Need more Dutch travel tips? Stay tuned for more language guides and travel advice. Ready to start your journey? 🇳🇱✨ Safe travels and veel plezier (have fun)!